Bereiding:

1. Haal de procureurlapjes uit de koelkast en laat op kamertemperatuur komen.
2. Verwarm de oven voor op 200 graden.
3. Breng een pan met water aan de kook en kook de rijst in circa 10 tot 20 minuten gaar. Proef tussendoor of de rijst de gewenste bite heeft. Pas op voor je mond!
4. Snijd de procureurlapjes in gelijke reepjes van ongeveer 3 cm. Doe het vlees in een kom en marineer het in de sojasaus, de chilisaus, een scheutje olie en azijn.
5. Pel en snipper de ui en snijd de knoflook fijn.
6. Schil en rasp de gember.
7. Was de paprika, halveer hem en verwijder de zaadlijsten. Snijd de paprika eerst in repen en daarna in blokjes van 1 cm.
8. Snijd de champignons in gelijke plakjes.
9. Doe de gemarineerde procureur met een beetje olijfolie in een ovenschaal en bak het vlees in 10 à 15 minuten gaar.
10. Giet de rijst af en laat deze staan met de deksel op de pan.
11. Rooster de sesamzaadjes in een droge koekenpan totdat ze beginnen te kleuren.
12. Zet een grote koekenpan of hapjespan op middelhoog vuur en voeg een scheutje olijfolie toe. Bak de champignons bruin en haal ze uit de pan.
13. Verhit dezelfde pan op middelhoog vuur en voeg wat olijfolie toe. Verhit de specerijenmix kort onder regelmatig roeren.
14. Blus de pan af met de ui en de knoflook en fruit tot de ui glazig is.
15. Voeg vervolgens de gember, de paprika en de champignons toe. Als er nog wat marinade over is, roer die dan door de groenten. Bak de groenten enkele minuten en roer regelmatig. Breng op smaak met peper en eventueel zout.
16. Breek de eitjes in een kommetje en sla ze los met een vork. Bak het roerei in een koekenpan met wat olijfolie en breng op smaak met peper en eventueel wat zout.
17. Serveer de rijst met de groenten, het roerei en de procureur erbovenop. Garneer met sesamzaad en blaadjes koriander naar smaak.