Bereiding:

1. Haal de boter voor de kruidenboter uit de koelkast en laat op kamertemperatuur komen.
2. Haal de biefstukken uit de koelkast en laat ze op kamertemperatuur komen.
3. Breng twee pannen met water en een eventueel een snufje zout aan de kook.
4. Boen de krieltjes schoon en halveer ze.
5. Snijd van de spruitjes een stukje van de stronkjes af en verwijder de buitenste donkere blaadjes. Was de spruitjes.
6. Kook de spruitjes en de krieltjes afzonderlijk van elkaar circa 6 minuten.
7. Was en hak ondertussen de peterselie fijn.
8. Pel en snijd de knoflook fijn.
9. Maak nu de kruidenboter. Meng in een kommetje de peterselie en de knoflook door 4 el zachte roomboter. Breng op smaak met versgemalen peper en eventueel zout.
10. Giet de spruitjes en de krieltjes af en laat deze afkoelen.
11. Verhit een scheutje olijfolie in een hapjespan of grote koekenpan en bak de krieltjes goudbruin in circa 8 minuten. Breng op smaak met versgemalen peper en eventueel zout.
12. Dep de biefstukken ondertussen droog met keukenpapier. Bestrooi ze met versgemalen peper en eventueel zout.
13. Verwarm een koekenpan met een scheutje olijfolie en bak de biefstukken circa 3 minuten op één kant. Zet het vuur wat lager, draai de biefstukken om en bak nog circa 3 minuten.
14. Haal de biefstukken uit de pan, dek ze goed af met aluminiumfolie en laat circa 5 minuten rusten.
15. Pel en snijd de sjalotten in halve ringen.
16. Verhit de koekenpan waarin de biefstuk is gebakken opnieuw en voeg een scheutje olijfolie toe. Voeg de sjalotten toe en ris de tijm boven de pan. Bak circa 2 minuten.
17. Voeg de spruitjes en de honing toe aan de sjalotten. Karamelliseer de spruitjes circa 2 minuten.
18. Verdeel de spruitjes, de krieltjes en de biefstuk over de borden en schep een dot kruidenboter op de biefstuk.