Al in zijn jongste jeugd voelde Peter zich aangetrokken tot het vak. Net van school kocht hij 25.000 m2 tuinbouwgrond in de Koekoekspolder. Rond 1980 waren het crisisjaren en was het geen makkelijke tijd om uit de startblokken te komen. Hij begon met heel veel verschillende gewassen. Sla, bospeen, spinazie, andijvie, broccoli, selderij, venkel, geen gewas dat niet door zijn vingers is gegaan. Als man met groene vingers probeerde hij alles, altijd met het doel de beste kwaliteit uit de mooie veengrond te halen. Dankzij onder meer de schaalvergroting in de sector legde hij zich later toe op een beperkter aantal soorten.

Bijzondere bonen


Sinds 2007 richt Peter Hollander zich op een bijzondere bonensoort. In dit arbeidsintensieve versproduct kan Hollander al zijn vakmanschap kwijt. Daardoor groeide de langere en dikkere bonensoort uit tot een absolute delicatesse, die zijn weg vindt naar de echte groentespeciaalzaken en naar een aantal toprestaurants. Eén keer proeven is definitief kiezen voor de topkwaliteit van ‘De echte Hollander’. De beschermde teelt onder glas zorgt er niet alleen voor dat de planten snel en lenig omhoog klimmen, maar ook dat de peulen zacht en vlezig zijn. Door met zorg het goede oogstmoment te kiezen, blijven de lange bonen fris en stevig, ook als ze hun weg naar de keuken nog moeten vinden. De smaak is zonder meer bijzonder. Die kun je niet beschrijven, die moet je proeven!

Raapstelen


De familie Hollander teelt op het moderne bedrijf naast de unieke bonensoort ook raapstelen. Deze bijna vergeten groente is weer helemaal terug en past perfect binnen de bedrijfsfilosofie van Hollander. Die zoekt altijd naar het verschil. Hollander gaat niet voor de massa, maar voor kwaliteit. Zowel qua smaak als qua uiterlijk. Daarbij hanteert het bedrijf methoden die zo duurzaam mogelijk zijn. De raapstelen staan in het koelste deel van het bedrijf. Het is een typische voorjaarsteelt en zij zaaien ze rechtstreeks in de mooie veengrond, die uitstekend geschikt is voor dit kwetsbare gewas. Raapstelen zijn namelijk heel erg gevoelig voor schimmelziekten. Je kan ze dus eigenlijk niet of nauwelijks water geven, want dat geeft een te hoge luchtvochtigheid tussen het gewas.
 De raapstelen worden met de hand gesneden en netjes in de kist gelegd, zonder geel blad en wortels. Zij oogsten ’s morgens vroeg voor dag en dauw, wanneer het gewas mals en fris is. Zodra de zon de kas verwarmt, staan de verse raapstelen al in de koelcel.