Bereiding: 

1.  Breng een pan met water en een beetje zout aan de kook. 
2. Was en halveer de krieltjes en kook ze in de pan met water in circa 10 minuten gaar. 
3. Breng een pan met water aan de kook. 
4. Haal het loof van de worteltjes, was en schrap ze.
5. Snijd de worteltjes in grove stukken en kook ze in circa 5 minuten beetgaar. 
6. Pel en snipper ondertussen de ui zo fijn mogelijk. 
7. Splits het ei en meng de eidooier door het vlees. 
8. Voeg de worcestersaus, de gesnipperde ui en ¾ van de grove mosterd toe. Breng op smaak met zout en versgemalen peper. 
9. Kneed de tartaar door elkaar en vorm er 4 ballen van. 
10. Laat de maïskorrels uitlekken. 
11. Meng in een grote kom de crème fraîche met ¼ van de grove mosterd. 
12. Giet de krieltjes af en meng deze door de crème fraîche. 
13. Knip de tuinkers. 
14. Snijd de komkommer in blokjes. 
15. Voeg de tuinkers, de komkommerblokjes en de uitgelekte maïskorrels aan de krieltjes toe en roer door. Breng op smaak met zout en versgemalen peper. 
16. Verhit een scheutje olijfolie in een koekenpan. 
17. Druk de tartaar ballen een klein beetje plat en bak deze circa 2 minuten aan elke kant bruin. 
18. Giet de worteltjes af. 
19. Verdeel de worteltjes, de tartaartjes en de krieltjessalade over de borden.